In 2010 verscheen Huize Het Gras, de catalogus van een fototentoonstelling over de Friese tijd van Gerard van het Reve, zoals Teigetje en Woelrat hem zijn blijven noemen. Het was een mooi boekje, al was commentaar bij de foto’s wat fragmentarisch en kort. In Ons leven met Reve vertellen zij het hele verhaal over hun tijd met Reve. ‘Eigenlijk gaat het meer over ons en is Gerard nu eens niet de hoofdpersoon, maar een bijpersoon,’ vertelt Teigetje in een interview. Dat is natuurlijk maar ten dele waar: voor het grootste deel gaat het wel over Reve, maar in dit boek lezen we ook uitgebreid hoe zijn voormalige geliefden deze periode beleefd hebben.
In korte hoofdstukken vertellen Teigetje en Woelrat hun herinneringen aan de periode met Reve. Eerst alleen Teigetje, vanaf 1969 komt Woelrat erbij en gaan zij als trio verder. Helaas worden nergens brieven van Reve geciteerd (vermoedelijk geen toestemming), maar fragmenten van brieven van Teigetje en Woelrat zijn wel opgenomen. En dat maakt veel goed. Nadat Teigetje Reve voor het eerst ontmoet heeft (hij ging zomaar langs), is hij ‘smoorverliefd’. Hij denkt echter dat Ronald L. de vaste vriend van Reve is en dat een relatie tussen Reve en hemzelf wellicht niet mogelijk was – al houdt hij de mogelijkheid van een driehoeksrelatie open. Hij schrijft Reve nog dezelfde avond een brief:
Als er tussen ons niets mogelijk is, zou ik nog heel graag gewoon jullie vriend zijn/blijven/worden. Het is vervelend dat het steeds over míjn problemen gaat, maar dat brengt het onderwerp mee. Ik zie er verlangend naar uit eens over heel andere dingen te praten (dood, leven, muziek, natuur, God, … Noem maar op.) maar jullie verlangen daar wellicht helemaal niet naar. Wat is deze brief anders dan een belachelijk pleidooi voor een onbekende? Ik weet het niet.
Twee engelbewaarders
In deze periode, begin jaren zestig, krijgt Reve ook weer succes: Op weg naar het einde en Nader tot u verkopen goed. Het brengt meer financiële zekerheid, maar er zit ook een keerzijde aan:
Een ander gevolg is, dat het succes langzaam maar zeker een ongunstige invloed krijgt op zijn karakter. Hij vindt dat hij zich van enfant terrible van de Nederlandse literatuur heeft ontwikkeld tot een autoriteit, krijgt een steeds groter zelfgevoel en gaat mij tegelijk steeds meer bekritiseren. Zoals het vaker gaat bij een selfmade man denkt hij opeens overal verstand van te hebben. Hij wordt niet alleen doordrammerig, maar begint ook echt te geloven dat hij alles beter weet en kan dan ik.
Reve heeft steeds meer aandacht en verzorging nodig, want hij is in deze tijd ook zwaar aan de alcohol en medicijnen. Het samenwonen met Reve valt Teigetje niet gemakkelijk. De komst van Woelrat doet de relatie weer opleven, maar Reve blijft veel aandacht vragen. Zo veel zelfs dat er niet veel mogelijkheden over blijven voor een leven buiten Reve om: beiden hebben bijvoorbeeld hun studie opgegeven. Uitgever Polak heeft hen wel eens de engelbewaarders ‘van het genie Van het Reve’ genoemd. Bovendien moeten de jongens hem steeds heen en weer naar Frankrijk brengen waar hij het Geheime Landgoed koopt.
‘Er moet een God zijn, of iets dat minstens zo erg is’
‘Er moet een God zijn, of iets dat minstens zo erg is’
In 1971 gaan ze met zijn drieën in Veenendaal wonen, bij de moeder van Woelrat, – dit zeer tegen de zin van vooral Teigetje – omdat Reve het in Friesland niet meer uithield. De verhuizing naar Veenendaal blijkt maar een tijdelijk succes. Aanvankelijk vindt Reve de rust en het evenwicht om na een lange impasse weer een nieuw boek te voltooien. Al vrij snel wil hij echter weer weg naar Weert waar hij Guus van Bladel kende. Teigetje en Woelrat volgen hem niet naar Weert en blijven samen achter: ‘Wij willen nu eens eindelijk voor onszelf proberen hier in Veenendaal een bestaan op te bouwen, omdat we niet door kunnen gaan jou gedurende zoveel tijd per dag psychisch te steunen, terwijl wij daarbij onze eigen toekomst onzeker houden,’ schrijven ze aan Reve.
Leven na Reve
Natuurlijk is veel uit deze periode van Reve’s leven al bekend. De grote waarde van Ons leven met Reve is dat het verhaal nu met gevoel verteld wordt door de direct betrokkenen, waarbij zij commentaar leveren op Reve. Daardoor biedt dit boek toch nieuwe perspectieven op de goeddeels al bekende feiten. Bovendien staan er tal van mooie anekdotes in en is het verrijkt met ruim honderd foto’s. Het enige gemis in het boek is het ontbreken van Reve’s brieven. Gelukkig worden typisch Reviaanse uitspraken wel gewoon geciteerd, zoals: ‘Er moet een God zijn, of iets dat minstens zo erg is’.
Uit de laatste hoofdstukken van Ons leven met Reve wordt duidelijk hoezeer Reve het leven van Teigetje en Woelrat heeft beïnvloed. Zij blijven vasthouden aan de herinnering van hun ‘Gerard van het Reve’ en hebben maar weinig op met de latere ‘Gerard Reve’. Bij de eerste kerst zonder Reve staat er: ‘Maar we missen Gerard wel.’ Het is een gevoel dat altijd zou blijven, want, schrijven Teigetje en Woelrat tot slot, er gaat geen dag voorbij zonder dat ze aan Reve denken.
Teigetje & Woelrat – Ons leven met Reve
paperback met flappen, 319 p.
1e dr. Uitgeverij Balans
Deze recensie is geschreven voor Recensieweb en ook aldaar te lezen.