In mijn tijdlijn duiken de laatste tijd veel reisboeken op. Over hoe je volgens die en die het beste reist. Of een boek vol tips voor als je in de yurt naast je alleen maar contant kunt betalen en meer van dat soort euvel. Het is er natuurlijk ook de tijd voor: na de eindexamens moeten nichtjes of buurjongens een leuk cadeau voor hun tussenjaar. Echter, alles wat je over reizen zou moeten weten staat ook in het verhaal ‘Balthasar Tak’ uit debuutbundel Nestvlieders van Merijn de Boer.
In dat verhaal reist een jongen naar de andere kant van de wereld om in een hotel te gaan werken. Niet dat reizen specifiek gethematiseerd wordt, maar omdat De Boer een scherp observator is – met het oog en de pen voor een paar grappige situaties – biedt het verhaal en passant een aantal voorbeelden van wat vooral niet te doen tijdens je reis.
Die Balthasar Tak is trouwens als personage een aanwinst voor de Nederlandse letteren. Ik geloof niet dat ik ooit eerder zo’n smerig joch ben tegengekomen.
Maar net als zijn huis is het allemaal schijn. Bijvoorbeeld: hij heeft haast doorlopend keelontsteking en diarree. Dat bereik je alleen met slecht onderhoud. Wanneer hij in bad is geweest, droogt hij zich nauwelijks af. Door het katoen van het T-shirt dat hij daarna over zijn hoofd trekt, tekenen zich overal cirkels af. Stel je voor dat hij het T-shirt vervolgens weer uit zou trekken en in de lucht houden, dan zou hij menen dat het eerst moet drogen. Maar omdat hij het T-shirt aanhoudt, groeien er puisten op zijn rug en schimmels die eruitzien als kraters op een landkaart.
Natuurlijk loopt de reis anders van gepland. Wat heel even begint als een realistisch verhaal verwordt langzamerhand tot een vervreemdende groteske over verval.
Clown
Ook het openingsverhaal ‘Overal leegte’ – misschien wel mijn favoriet uit Nestvlieders – is een heerlijk merkwaardig verhaal. De opening van het verhaal is al heel mooi met de beschrijving van een dolfijnvormig appartementencomplex waar een werkloze man woont, maar dat voor het grootste deel leegstaat.
Met hoge verwachtingen gebouwd, maar net op het verkeerde moment. Ik denk nog wel eens aan de investeerders.
In weerwil van de vrolijkheid die dolfijnen vaak wordt toegedicht, waren de paar bewoners niet bepaald levensgenieters. Ze waren allemaal alleenstaand en de meesten hadden een baan die hen verplichtte zo vroeg mogelijk op kantoor te verschijnen om het pas te verlaten als er geen daglicht meer te bekennen was.
De man heeft slechts contact met twee andere bewoners. Een van die bewoners is Laura die van iedereen persoonlijke mandala’s wil tekenen. De ander is Wolf die ’s avonds als clown over straat blijkt te zwerven. Het verhaal krijgt een creepy sfeer die me een beetje aan Rear window deed denken.
De gebeurtenissen zijn ronduit merkwaardig, of beter: vervreemdend. Maar door De Boers stijl en oog voor veelzeggende details voelen ze nergens aan als compleet losgeslagen van de herkenbare wereld. Prachtig vind ik bijvoorbeeld de opmerking dat Wolf een hele serie Douwe Dabbertstrips in de kast heeft staan. Of de complete idiotie dat van de 767 appartementen er maar 9 bewoond zijn. Je begrijpt dat het verhaal de ondertitel ‘Een horror’ heeft, maar het is dan wel een horror waarin ook de nodige humor schuilt.
Verval
In alle vier de verhalen uit Nestvlieders is er sprake van een leven dat in verval raakt. In het derde en langste verhaal wordt de zelfingenomen ‘Prince’ ontmaskerd. Hij laat zijn jeugdvriendin Ronja overkomen naar Parijs, die daar tot de ontdekking komt dat het leven van haar vroegere vriend grotendeels uit luchtkastelen is opgebouwd.
Het laatste verhaal ‘Kraaien in de schoorsteen’ is een klein en intiem verhaal. Een zoon komt na lange tijd weer terug naar zijn moeder in het huis van zijn jeugd omdat zijn kat Antoon er niet meer is. Lange tijd heeft hij zijn moeder verwaarloosd en Merijn de Boer beschrijft die sfeer erg goed. Het ongemak tussen moeder en zoon bij het weerzien na lange tijd wordt afgewisseld met treffend beschreven herinneringen aan de poes. Het is een spooky verhaal waarin heel veel niet gezegd wordt. En uiteindelijk blijkt het nog verschrikkelijker te zijn dan je dacht.
Nestvlieders was mijn kennismaking met het proza van Merijn de Boer. Een erg aangename mag ik wel zeggen. Groot geluk is dat er binnenkort een nieuwe verhalenbundel van hem uitkomt.
Merijn de Boer - Nestvlieders | paperback, 208p. | pod Querido
Over kraaien in de schoorsteen zeg je: “En uiteindelijk blijkt het nog verschrikkelijker te zijn dan je dacht.”
Ik begreep dit verhaal niet goed. Is de kat echt dood? Of is het de moeder? Er wordt gesproken over een begrafenis met familie bij, ik zou persoonlijk wel een afscheid willen van mijn kat, maar het lijkt me sterk dat familie zou ingaan op een uitnodiging voor de begrafenis van een kat.
Waarom wordt Antoon “dood gewaand”? Ik snap het echt niet. Kan iemand het uitleggen?