Wie vaker mijn stukjes leest, zal onderhand wel en aardig idee hebben van wat voor soort schrijvers ik houd. Sander Kollaard is er zo een – eerder schreef ik over zijn roman Stadium IV en zijn nieuwe verhalenbundel Levensberichten. Onlangs las ik ook zijn debuut Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde – prachtige titel. Het begin van het tweede verhaal, ‘Het kasboek’ laat precies zien waarom die Kollaard zo goed is:
Precies, denk ik, terwijl ik de doos de trap op draag, zo gaat dat: de dozen die verhuizing na verhuizing worden meegezeuld maar nooit meer opengemaakt, met een label erop als ‘lp’s’, ‘studie’, of ‘vakantielectuur’. Geen rotzooi, waardevolle zaken, maar losgeraakt van het leven dat we nu leiden, en met elke verhuizing verder teruggeworpen door een nieuwe wending in dat leven. Weggooien gaat niet omdat er een belofte aan kleeft: de belofte dat er op een dag tijd en reden zal zijn om ze te openen en dan, dan…Ja, dan wat?
Misschien heeft het ermee te maken dat ik zelf nogal vaak heb moeten verhuizen de laatste tijd en derhalve ook al mijn hebben en houwen heb ingepakt – en natuurlijk ook oude, nooit geopende dozen van eerder verhuizingen weer meenam. Herkenning is een niet te onderschatten factor bij de waardering van boeken, maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Ik werd geattendeerd op een vergelijkbare passage uit de roman Ventoux van Bert Wagendorp. Lees mee:
De foto heeft jarenlang in een envelop gezeten, onder in een witte verhuisdoos. Op het bruine plakband waarmee ik die ergens halverwege de tachtig heb gesloten, had ik ‘Diversen’ geschreven. Zeker acht keer heb ik hem uit een donkere kast, van een zolder of uit een schuurtje gehaald en zonder uit te pakken weer weggezet. Nadat zij opeens was opgedoken wist ik meteen waar ik de envelop kon vinden.
Foto’s van andere vakanties zitten keurig in albums met opschriften als ‘Italië 1984’ of ‘Route 66, 1986’. Deze zat diep weggestopt, diep in mijn geheugen en in een kartonnen kluis, tot het moment was gekomen om hem weer voor de dag te halen.
In beide passages zijn teruggevonden spullen de aanleiding voor gedachten voor herinneringen. Maar Kollaard doet dat stilistisch zo veel beter. Zonder dat er gezwollen taal voor nodig is, zegt hij hele ware dingen. Dingen die je eigenlijk weet, maar bij het lezen van deze regels weer ten volle beseft. Al te gemakkelijk denk je over je oude spullen dat het troep is, zo noem je het ook: ‘ouwe troep’, maar het ís dus geen rotzooi. Het is alleen, en dat is dus zo’n mooie omschrijving, ‘losgeraakt van het leven dat we nu leiden’. Precies dat!
Hupsje
De hoofdpersoon in Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde is Erik van Duijn en we volgen hem in verschillende fases van zijn leven. In het openingsverhaal ‘Onder het zand’ leren we hem kennen als achtjarige op het strand. Terwijl iedereen geniet van de mooie dag, denkt hij na over alles wat zich onder het zand bevindt. Ook in de andere verhalen is deze observerende en nadenkende houding steeds aanwezig.
Van Duijn is het type dat terwijl heel Nederland in extase raakt bij het doelpunt van Marco van Basten in de finale van het EK in 1988, zich verwondert over het hupsje van de doelman van de Sovjet-Unie. Het verhaal ‘En Dassajev verbijsterd achterliet’ – met een geweldige eerste anderhalve pagina! – is het verslag van zijn onderzoek naar dat hupsje. Want hoe kon het toch dat Dassajev dat schot van Van Basten níét hield?
De verhalen in Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde zijn stuk voor stuk met eenzelfde aandacht geschreven. Bedachtzaam en trefzeker vol mooie overdenkingen en observaties.
Sander Kollaard – Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde | paperback, 168 p. | 1e dr. Van Oorschot