Nederland leest Stoner – ik ook. Wat ik nu precies van het boek vind, is lastig te zeggen. Ik vermoed dat de hype mijn leeservaring geen goed heeft gedaan. Zo gaat dat vaker met romans die ineens zijn ‘ontdekt’ – het gebeurde me ook toen ik een jaar of wat geleden In de ban van de tegenstander las van Hans Keilson. Ook dat boek was eerst in Amerika herontdekt en veroverde toen Nederland, net als Stoner nu. En net als Keilsons roman is Stoner helemaal niet slecht, maar is het zó goed?
Daarbij is het me overigens ook niet helemaal duidelijk waarom dit boek nu ineens zo populair is. Uiteraard, de publiciteitsafdeling van de uitgeverij heeft uitstekend werk gedaan, maar het is niet bepaald een boek dat je op de eerste plaats van de Bestseller 60 verwacht – een plek normaliter voorbehouden aan clitlit, voetballersbiografieën, kookboeken en thrillers. Ik denk dat daarin ook juist de hype schuilt: eindelijk weer eens Literatuur op nummer 1. En de hype wordt natuurlijk weer versterkt door het NRC dat daar dan weer met veel genoegen over bericht.
Wat vast ook meespeelt is dat het een roman is waarin literatuur een mens vooruit helpt – een thema dat het bij lezers goed doet. William Stoner, eind negentiende eeuw geboren in een arm boerengezin in Booneville, Missouri, gaat uiteindelijk naar de universiteit. Eerst voor een landbouwkundige studie, maar in zijn tweede jaar ontdekt hij de literatuur en hij wisselt van studie. Hij keert niet meer terug naar de ouderlijke boerderij om die over te nemen, maar hij zal zijn leven lang op de universiteit blijven; tijdens de Eerste Wereldoorlog krijgt hij een aanstelling, terwijl zijn studiegenoten het leger in gaan. Van boerenjongen tot universitair docent: zie eens wat literatuur vermag. Die William Stoner toch:
The love of literature, or language, of the mystery of the mind and heart showing themselves in the minute, strange, and unexpected combinations of letters and words, in the blackest and coldest print—the love which he had hidden as if it were illicit and dangerous, he began to display, tentatively at first, and then boldly, and then proudly.
Ik haast mij te schrijven dat bovenstaande weergave van het verhaal ook aan heel veel voorbij gaat en wellicht ten onrechte suggereert dat dit een succesverhaal is. Als het namelijk iets niet is… Succes vereist ambitie en daaraan ontbreekt het Stoner volledig. Meer dan onmacht om iets ten goede te veranderen, is het onwil en het gemak van het berusten in de situatie. Hierdoor leidt hij een middelmatig leven dat geen enkele indruk achterlaat.
Universiteit
Op de universiteit is zijn carrière niet geweldig en Stoner vindt dat wel best. Het boek dat hij schrijft wordt in een vakblad – dunnetjes – een ‘competent survey’ genoemd; een tweede boek maakt hij uiteindelijk niet af. Wanneer de positie van voorzitter van de vakgroep vrijkomt, bedankt hij; een beslissing die grote gevolgen voor hem zal hebben. Hij krijgt namelijk een conflict met Hollis Lomax, een nieuwe docent op de universiteit die in Stoners plaats voorzitter wordt. Vanuit die functie zal Lomax Stoner zijn hele loopbaan blijven tegenwerken: Stoner krijgt schier onmogelijke roosters en mag alleen nog maar de oninteressante colleges aan eerste- en tweedejaars studenten geven; zijn geliefde college Latin Tradition and Renaissance Literature kan hij vergeten.
Ik leefde mee met die Stoner, de docent die om politieke redenen zo veel als maar kan het veld moet ruimen. Maar is hij eigenlijk wel een goed docent? Ik weet het niet zeker. Aan de ene kant lees je over zijn populaire college Latin Tradition and Renaissance Literature, maar aan de andere kant leer je hoe hij zich lankmoedig neerlegt bij zijn uitgerangeerde positie en colleges geeft zonder een overdaad aan geestdrift. En dat terwijl het juist zijn passie voor literatuur en lesgeven waren die hem op de universiteit hielden. Is Stoner dan zo’n futloze docent – iedereen kent het type – dat alleen maar universitair docent blijft, omdat hij waarschijnlijk niks anders kan? Gelukkig, maar dat komt pas helemaal op het einde van zijn carrière (wederom: onwil en berusting), neemt hij in zijn onderwijs wraak op Lomax, waardoor ik toch geneigd ben om te denken dat Stoner wel een goed docent is, als hij zijn best ervoor doet.
Het opmerkelijke is dat John Williams mij als lezer haast irriteerde met de lankmoedigheid als Stoners meest in het oog springende eigenschap – kom nou eens op, man! Doe eens wat, wilde ik hem toeschreeuwen – en tegelijk mijn sympathie voor hem wist te wekken. Want wat een ellendig leven heeft hij, toch. Op de eerste pagina lezen we al:
(…) and [Stoner] accepted an instructorship at the same University, where he thaught until his death in 1956. He did not rise above the rank of assistant professor, and few students remembered him with any sharpness after they had taken his courses. (…) Stoner’s colleagues, who held him in no particular esteem when he was alive, speak of im rarely now; to the older ones, his name is a reminder of the end that awaits them all (…)
John Willams ontziet zijn personage Stoner nergens. Zijn leven lang zit alles hem tegen; als het ‘gewoon’ gaat, mag hij blij zijn. Overigens spaart Williams de overige personages ook niet: Hollis Lomax heeft een lichamelijk gebrek en wil op sociaal vlak niets met zijn collega’s te maken hebben. Volgens mij zit hem iets dwars. Edith Bostwick, Stoners echtgenote leeft met een trauma (waarover later meer) en maakt ieder gezinsleven onmogelijk. Dochter Grace lijdt daar sterk onder. Ze groeit op als een kind dat ook nooit meer lacht en vlucht later in de drank. Het is typerend dat dit Stoner nog enige troost geeft: zij heeft tenminste nog de alcohol. De enige die nog een behoorlijk leven heeft, is Gordon Finch, Stoners oude studievriend en decaan op de universiteit.
Ieder voor zich vindt een manier om het bittere leven te doorstaan. Grace vlucht in de drank, Stoner in de literatuur, al vraag ik me af of ze afdoende zijn. Edith blijft zichzelf en de anderen een leven lang kwellen. Je zou hopen dat ze nog eens een verandering zou doormaken, wat het leven aangenamer, liefdevoller maakte, maar nee: Williams gunt zijn personages eigenlijk geen verlichting van hun lot.
Mislukt huwelijk
Vlak na zijn afstuderen ontmoet Stoner Edith op wie hij op slag verliefd wordt. Ze ziet er goed uit, dat moet gezegd, maar volgens mij mist ze iedere uitstraling. Hoe hij desondanks toch verliefd kan worden? ‘Suddenly Edith was standing in the doorway, pale and unsmiling.’ Ze trouwen al snel en de manier waarop dat besloten wordt, doet niet vermoeden dat het de gelukkigste dag van het leven zal worden. If it’s to be done, Edith said, ‘I want it done quicky. Ter vergelijking: Van Oldenbarneveld sprak gelijke woorden bij zijn onthoofding.
Het huwelijk is een ramp en dat is vooral Edith aan te rekenen. Ze praat weinig, heel weinig en schuwt al het lichamelijke. De huwelijksnacht is niet wat je ervan verwacht (Edith voelt zich niet goed), maar Stoner toont liefdevol begrip: ‘Our marriage will begin tomorrow’. Maar deze nacht is een pars pro toto voor de hele huwelijksreis. Ze keren dan ook voortijdig weer naar huis.
Within a month he knew that his marriage was a failure; within a year he stopped hoping that it would improve. He learned silence and did not insist upon his love. If he spoke to her or touched her in tenderness, she turned away from him within herself and became wordless, enduring, and for days afterward drove herself to new limits of exhaustion. Out of an unspoken stubbornness they both had, they shared the same bed; sometimes at night, in her sleep, she unknowingly moved against him. And sometimes, then, his resolve and knowledge crumbled before his love, and he moved upon her. If she was sufficiently roused from her sleep, she tensed and stiffened, turning her head sideways in a familiar gesture and burying it in her pillow, enduring violation; (…)
Waarom Edith zo is, wordt niet helemaal duidelijk, maar ik vermoed dat ze misbruikt is door haar vader. Dat zou in ieder geval kunnen verklaren waarom zij een oorlog voert met Stoner waarbij hun dochter Grace de inzet wordt. Wanneer Edith ontdekt (het gezin leeft langs elkaar heen in hetzelfde huis) dat Grace gezellig bij haar pappa zit in zijn studeerkamer terwijl hij werkt, haalt ze haar bruusk weg en zorgt ze ervoor dat vader en dochter van elkaar verwijderd raken.
Williams maakt veel zaken slechts terloops duidelijk, met een enkel zinnetje zonder verder commentaar. Het is deze subtiliteit die het verhaal o zo pijnlijk én sterk maakt. Leesbaar ook, want de gebeurtenissen en emoties zijn op zichzelf al heftig genoeg. Bijvoorbeeld wanneer Ediths vader zelfmoord pleegt: hij was als bankier flink geraakt door de beurskrach. Edith neemt dit nieuws emotieloos en ze verstopt zich voor de buitenwereld; omstanders vermoeden dat ze zich afzondert in haar verdriet. ‘They [Edith en haar vader] were very close,’ Edith’s mother said mysteriously. ‘Much closer than they seemed.’
Liefde
Stoner is al in de veertig en raakt verliefd op een promovenda van ergens in de twintig. Gelukkig wordt zij ook verliefd op hem. Stoner merkt dan pas hoe liefde is en de twee beginnen een geheime relatie. Maar er komt natuurlijk narigheid van. Niet zozeer van Edith, die allang van zijn buitenechtelijke escapades wist, maar op de universiteit. Roddels doen de ronde en de situatie wordt onhoudbaar: het meisje, Katherine Driscoll, vertrekt naar een andere universiteit. Een week hebben ze samen nog een vakantie gehad in volmaakt geluk. Ik gunde het Stoner van harte en merkte daardoor dat Williams me toch te pakken had met zijn verhaal. Tegelijkertijd zal deze periode van geluk Stoner eens te meer hebben doen beseffen wat hij al die jaren gemist heeft, en in het vervolg zal moeten missen.
De vele jaren die Stoner verder nog leeft zijn jaren zoals daarvoor: oorlog met zijn vrouw, zijn dochter ziet hij niet en Lomax die hem op de universiteit dwarszit (wie anders zat achter de overplaatsing van Katherine). En net zoals voorheen heeft hij alleen de literatuur. Pas op het laatst probeert hij verandering aan te brengen in zijn leven, wat hem ook lukt. Het ziet er misschien uit als een overwinning voor Stoner, maar het maakt tegelijk duidelijk dat hij dit al veel eerder had moeten doen. Niet alleen op de universiteit, maar ook in zijn huis. Waarom dan toch die jarenlange verdraagzaamheid?
Williams heeft eens in een interview gezegd dat hij Stoner een held vindt. Enige bewondering voor de manier waarop hij zijn lot draagt is wellicht op zijn plaats, maar een held? In mijn beleving zijn helden degenen die niet berusten in ellende, maar de misère juist willen bestrijden. Lankmoedigheid zo groot als die van Stoner lijkt me daarbij geen kenmerkende deugd. Maar niet iedereen is een held; daarom zijn ze waarschijnlijk zo speciaal.
John Williams – Stoner
paperback, 278 p.
1e dr. Vintage