Dunne boeken zijn me liever dan dikke. Dikke zijn vaak onnodig lang – is het verhaal zo veel pagina’s echt waard? In best wat gevallen: zeker niet. Ik denk aan het vorig jaar gelezen Alkibiades van Ilja Pfeijffer of Vernietigen van Michel Houellebecq. Maar ‘in best wat gevallen’ is niet ‘altijd’ en er zijn dus uitzonderingen. Ik las afgelopen vakantie Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje en het zou wel eens het beste boek kunnen zijn dat ik dit jaar lees.
In die lof sta ik niet alleen – verre van. Ik ben een ‘late’ lezer: het boek verscheen al in mei 2022. Lange tijd was schrijfster Anjet Daanje een onbekend auteur totdat haar vorige roman De herinnerde soldaat na een nominatie eindelijk de aandacht trok van een recensent die zichzelf daarmee de eer verschafte de ‘ontdekker’ van Daanje te zijn. Inmiddels zit het met de aandacht wel goed. En ook met de lof: Het lied van ooievaar en dromedaris won zowel de Librisprijs als de Boekenbonprijs – een unicum.
Eliza May Drayden
De kwaliteit van deze roman schuilt voor een groot deel in de opzet ervan. Die opzet maakt het tegelijk lastig om het verhaal samen te vatten – je zou dit ook heel goed niet één verhaal kunnen noemen. Maar laat ik een poging doen. Het lied van ooievaar en dromedaris draait om Eliza May Drayden; ze leefde halverwege de negentiende eeuw in het Engelse dorpje Bridge Fowling. Net als haar zus Millicent is ze schrijfster van één roman, Haeger Mass. Over Eliza’s leven komen we direct niet heel veel te weten. Maar in elf afzonderlijke verhalen kom je via andere levens meer te weten over haarzelf, haar familie, roman en haar invloed op anderen. Opvallend is dat Daanje met deze verhalen steeds een stukje verder opschuift in de tijd: het eerste verhaal speelt zich af rond de dood van Eliza, in het laatste verhaal eindigen we in Groningen in het jaar 2007.
Het eerste verhaal, of hoofdstuk zo je wilt, vertelt het verhaal van Susan Knowles, de lijkaflegger in Bridge Fowling. Er sterven nogal wat mensen in mensen in het gezin Drayden (de moeder, maar ook Eliza’s jongere zusje Helen) dus Susan Knowles moet er geregeld heen. Wanneer Eliza sterft lukt het haar niet om Eliza’s ogen te sluiten. Ook heeft Eliza vreemde plekken op haar lichaam en tijdens de begrafenis hoort Knowles gebonk uit de lijkkist komen. Hiermee geeft Daanje al een paar opmerkelijke elementen uit het leven van Eliza die in meer verhalen zullen terugkeren.
Chambers boekje
Een ander belangrijk verhaal is dat van Kathleen Chambers. Zij is de dochter van Agnes Chambers, biograaf van Eliza May Drayden. Haar reputatie van kenner verliest ze wanneer publiceert over een aantekenboekje van Drayden. Anderen menen dat het boekje niet authentiek is. Dit boekje – het zal het Chambersboekje gaan heten – duikt in andere verhalen weer op en de raadselachtige inhoud ervan blijft ook anderen bezighouden. Agnes Chambers overleed zonder er wijs uit te kunnen. Na haar overlijden vervallen haar dochters in armoede en in de verdere levensloop van Kathleen en haar zus Abby kun je parallellen herkennen met de levens van Eliza en Millicent. Voor de lezer wekt Daanje in het laatste verhaal – we zitten dan niet meer in de negentiende eeuw maar in de huidige – een suggestie van wat Draydens aantekeningen betekenden. Zo werpt het leven van Eliza niet alleen een lijn naar uit naar dat van anderen, andere levens doen dat naderhand ook naar dat van haar.
Daanje maakt van alle elf afzonderlijke verhalen een eenheid door middel van genoemde parallellen in de levensloop van de personages, terugkerende elementen zoals het Chambersboekje en andere motieven zoals natte vloeren en (vermeende) geestverschijningen. Hiermee spint ze een web van mythevorming na en over het leven van Drayden. Sommige van deze mythes worden verklaard – en mogelijk doorgeprikt – zoals het gebonk uit de kist. Andere mythes blijven voor de personages in stand zoals de ‘piratenfoto’ van Eliza.
In elk van de verhalen gaan personages op zoek naar antwoorden en houvast. Mooi is hoe de zoektocht daarnaar verschuift in de tijd. In de eerste verhalen, spelend in de negentiende eeuw, zoekt men de antwoorden in religie of het bovennatuurlijke. In het laatste verhaal verliezen zowel Ties Auwerda als zijn vrouw Heleen zich elk op eigen wijze in de wetenschap. De lijn tussen ratio en waan blijkt niet altijd duidelijk.
Emily Brontë
Het is geen geheim dat Anjet Daanje Eliza May Drayden op Emily Brontë heeft gebaseerd. Niet alleen zijn er overeenkomsten in levensloop. Het lied van ooievaar en dromedaris is aan Brontë opgedragen en bovendien komen er diverse citaten van haar voor in de roman als waren ze geschreven door Eliza. Voor de kenner van Brontës werk valt er vast veel te genieten aan allusies. Maar voor wie Brontës werk niet kent – zoals ik – blijft Daanjes roman ook prima op zichzelf staan. De grote kwaliteit ervan schuilt voor mij in de grootste opzet. Onlangs las ik te veel ‘kleine verhalen’, die op zich niet slecht hoeven te zijn, maar het wel waren. Daanjes opzet en de ingenieuze constructie maken het lezen van deze roman meer dan waard. En dat zeg ik dus over een roman van ruim 650 pagina’s!
Anjet Daanje – Het lied van ooievaar en dromedaris | harde kaft, 656p. | 4e dr. Uitgeverij Passage
En dan is er ook nog de bijbehorende gedichtenbundel! Weer een heel andere leeservaring, maar ook de moeite waard