Een beetje alsof verdwijnen

Het verdwijnen van Robbert‘Ik had het plan opgevat om halsoverkop te vertrekken.
Mijn appartement was bijna leeg. Er stond alleen nog maar het nodige: een bed en een lamp. De meeste spullen die ik bezat, had ik verkocht of weggegooid. Wat ik overhield, paste in een koffer. Het was een grote koffer, dat wel.’ Zo begint het ‘tragikomische verhaal’ (staat op de achterflap) en ik dacht gelijk: oh, help. Ik zie het namelijk niet voor me: alles in één koffer. Slaapt hij op een luchtbed? En een staande lamp zal het dan ook wel niet zijn – eerder een zaklampje. Tien pagina’s verder blijkt hij ook nog een ‘vaste lijn’ te hebben, maar waarom je die in je koffer zou stoppen voor op reis, is me een raadsel. Ben ik nu flauw? Ontzettend. Maar het is Robbert Welagen die deze leeshouding uitlokt met zijn boek.

Vervelend schrijven

Robbert Welagen schrijft met Het verdwijnen van Robbert een boek waarin schrijver Robbert, die net als Robbert Welagen debuteerde met Lipari, wil verdwijnen. De plannen zijn gemaakt, het appartement is nagenoeg leeg, hij hoeft het alleen nog maar te doen, dat verdwijnen. Waarom hij precies wil verdwijnen wordt niet helemaal duidelijk, maar het zal wel te maken hebben met Chloe. Zij is een vriendin – slechts ‘een’ vriendin – en Robbert wil meer. Maar Chloe is inmiddels getrouwd en heeft een klein kind.

Welagen schrijft zonder zich iets voor te stellen bij wat hij schrijft. Hij formuleert om het formuleren.

Robbert vertrekt naar Duitsland en zoekt een ‘obscuur plaatsje, weggstopt in een provincie’. Bovendien wil hij zijn naam veranderen om niet gevonden te worden door bekenden. ‘Met bovenstaande woorden als “obscuur,” “naam veranderen,” en “leven elders” is het wel duidelijk: ik wilde mezelf een flink potje verdonkeremanen,’ schrijft Robbert Welagen (de auteur) dan. Dit soort leuk bedoelde zinnen irriteren mij mateloos.

En Welagen schrijft voortdurend ontzettend vervelend. Niet alleen met zinnen zoals de hierboven geciteerde. Meer nog is het het soort schrijven waarover ik begon. Welagen schrijft zonder zich iets voor te stellen bij wat hij schrijft. Hij formuleert om het formuleren. Anders kún je namelijk niet schrijven dat een bed in een koffer past. Nog een voorbeeld: Robbert vindt in Rohen zijn obscure provinciestadje en hij wil een beetje inburgeren:

Bij een kapper liet ik mijn haar knippen zoals het in Rohen gedragen werd. En in de supermarkt kocht ik ingrediënten voor streekgerechten. Kortom, ik paste me aan.

Waarom streekgerechten? Wat eet hij dan? Er staat alleen maar ‘streekgerechten’ zodat Welagen kan schrijven dat hij zich aanpast. Het is een bedachte manier om via via eten het inburgeren te illustreren. Benieuwd als ik was om welke streekgerechten Rohen bekend staat, zocht ik het op via Google Maps. Rohen werd niet gevonden. Rohen bestaat niet.

Herinneringen aan een verloren tijd

Geen moment geloof ik dat dat de schrijver werkelijk met het idee gespeeld heeft om te verdwijnen

Na aankomst in Rohen krijgt Robbert een relatie met een buurvrouw, Traudl. Dat is even leuk, hij denkt wat minder aan Chloe, maar de relatie gaat over en Robbert trekt weer verder. Uiteindelijk vestigt hij zich als leraar Engels op Kythira, een (bestaand) eiland onder de Peloponnesos. We zitten inmiddels in het tweede deel van het verhaal en dit deel is beter dan het eerste, dat moet gezegd. In plaats van geëmmer over verdwijnen en de praktische zaken die daarbij komen kijken, gaat het vooral over Chloe, of de herinnering aan haar.

Chloe is natuurlijk het perfecte meisje. Niet alleen leuk en slim maar ook bloedmooi. Probleem is dat ze ‘beste vrienden’ waren – Robbert was hopeloos verliefd op haar (en naar alle waarschijnlijkheid is hij dat nog steeds). Als vrienden gingen ze samen naar het strand, zij in haar rode bikini. Momenten als deze maakten het er voor Robbert niet makkelijker op, al blijft het jammer dat dat dan weer zo vreselijk lullig (excuus) beschreven moet worden:

Naast me lag een glimmende Chloe, te lezen. Ik lag op mijn handdoek en staarde naar de blauwe lucht. Gelukkig droeg ik een wijde zwembroek met plooien.

In dit tweede deel krijgt het verhaal een hoog ‘wat als…’-gehalte. Was er ooit een moment geweest waarop ze wel een relatie hadden kunnen krijgen? Inmiddels jaren na zijn verdwijning belt hij haar een aantal keer op vanaf zijn Griekse eiland (een soort laatste poging), maar na verloop van tijd lijkt Robbert over zijn fantasie van Chloe heen te kunnen stappen. Verhalen over herinneringen aan een verloren tijd: mooi thema, maar ik heb boeken gelezen waarin het veel beter werd uitgewerkt.

Gedachte-experiment

‘Op een unieke, originele manier speelt Welagen een delicaat literair spel – niet alleen met de lezer, maar óók met zichzelf,’ staat erop de achterflap. Maar wat is er de meerwaarde van dat Robbert Welagen een verhaal over zijn eigen zogenaamde verdwijning heeft geschreven? Moet het de thematiek van de onmogelijkheid om te verdwijnen onderstrepen? Robbert Welagen (de schrijver) houdt het bij een verhaal (waarin de verdwijning niet echt lukt) in plaats van het zelf te doen. Misschien moet het inderdaad die thematiek onderstrepen en is het daarom een verdwijning die alleen in de gedachten van de schrijver heeft plaatsgevonden. ‘Liever dan een personage in een verhaal te laten verdwijnen, wilde ik zelf verdwijnen,’ schrijft Welagen, maar geen moment geloof ik dat dat de schrijver werkelijk met het idee gespeeld heeft. Zodoende is het een vrijblijvend spel zonder enige inzet. Mislukken of slagen, in beide gevallen blijft het zonder gevolg. Wat rest is proza dat een spelletje met zichzelf speelt en waarin de auteur zich te buiten kan gaan aan ‘leuke’ zelfbewuste alinea’s als deze:

Ik staarde naar het plafond en vond het een cliché dat ik in een hotel verbleef en naar het plafond staarde. Hoeveel boekpersonages doen dat niet? De hotelkamer als symbool voor thuisloosheid, ontheemding, eenzaamheid en alle andere uitgemolken thema’s waar de literatuur geen genoeg van krijgt.

‘Ik geloofde er niet in. Ik deed maar een beetje alsof,’ zegt Robbert in het boek. Dat is niet alleen het probleem van het personage Robbert, maar ook van schrijver Robbert Welagen. Nergens overtuigt hij. Het verdwijnen van Robbert is niets anders dan een flauw gedachte-experiment.

Robbert Welagen – Het verdwijnen van Robbert
paperback, 160p.
1e dr. Nijgh & Van Ditmar

Eén gedachte over “Een beetje alsof verdwijnen”

  1. Tsja, dat is nou lastig. Lees ik hier een krakend negatieve kritiek over een persoon, de schrijver, ik bedoel niet de hoofdpersoon uit het boek, waar ik niets van herken. Jawel Robbert, de schrijver houdt van goed, zorgvuldig formuleren: noem het vakmanschap. En hij houdt niet van domineren, kijk eens hier ben ik, de schrijver, noem het goed luisteren, kwaliteiten zoeken in mensen.
    Met die eigenschappen en zijn gevoel voor understatement en milde humor en met zijn meegaandheid heeft hij ons, een enthousiast stel mensen die proberen het schrijven van een kort verhaal onder de knie te krijgen, heel ver gebracht.
    Ik ben nu nog meer benieuwd naar het lezen van zijn boeken!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte