Het instrument van de verandering

Over Veranderen: methode van Édouard Louis

Edouard-Louis-methode-veranderen‘Is dat waar Nadya jaren later op zou doelen toen ze zei dat ik had geprofiteerd van alles wat ze aan me had doorgegeven.’ Deze zin staat op pagina 186 en treft me om een andere reden dan ik van tevoren zou hebben kunnen bedenken. Het boek is overigens Veranderen: methode van Édouard Louis. Het verwijt is afkomstig van de moeder van Elena, Louis’ vriendin van de middelbare school. Louis heeft zijn studie in Amiens afgerond en vertrekt naar Parijs om zijn studie te vervolgen aan de prestigieuze Ecole Nationale Superieure. Elena weet op dit moment al dat zij en Louis elkaar niet meer zullen zien. Op dit moment in Veranderen: methode hebben we de ellendige jeugd van Louis gelezen en ook welke rol Elena en haar familie speelden in de vlucht uit zijn eigen milieu.

Het verhaal van Veranderen: methode is deels bekend. Eerder schreef Édouard Louis al onder andere Weg met Eddy Bellegueule, Ze hebben mijn vader vermoord en Strijd en metamorfose van een vrouw over zijn ellendige jeugd in armoede. Uit de goldmine van zijn terrible childhood delft Édouard Louis ditmaal de geschiedenis van zijn ontsnapping aan het milieu van zijn jeugd. Hij vertelt over zijn transformatie van arbeiderszoon tot het literaire wonderkind. En zoals de titel al aangeeft was veranderen zijn methode.

De schrijver werd geboren als Eddy Bellegueule in het Noord-Franse Hallencourt. In zijn jeugd bleek hij al snel ‘anders’. ‘Ik ben opgegroeid in een wereld die alles afwees wat ik was,’ schrijft Louis. Hij had ‘maniertjes’, in hoe hij liep of sprak. Om aan alle afwijzing te ontkomen wilde Louis naar een lyceum in Amiens, veertig kilometer verderop. Ook hierin was hij anders: de eerste uit zijn familie en zo ongeveer de enige uit het dorp. Het was zijn eerste stap om te veranderen.

Elena

Daar op het lyceum merkte Eddy dat hij uit een ander milieu kwam dan veel van zijn schoolgenoten. Ondanks hun verschil in achtergrond raakt hij bevriend met Elena. Bij haar thuis stonden er overal boeken, een piano, luisterden ze naar Brahms en haar ouders bezochten musea. In alles wil Eddy op Elena lijken en gedurende hun middelbareschooltijd leert Louis steeds meer de codes van deze nieuwe sociale klasse kennen. In deze periode begint Eddy zich Édouard te noemen, nog een stap verder weg van zijn afkomst. Elena en Édouard worden onafscheidelijk – of bijna onafscheidelijk, want hij wil weg uit Amiens.

Reden hiervoor is een ontmoeting met schrijver Didier Éribon, die in Terug naar Reims een levensverhaal vertelt waarin Édouard zich herkent. In Parijs introduceert Éribon hem bij intellectuelen en in de homoscene. Er volgen verschillende mannen, zonder uitzondering met veel geld, die hem onderhouden. Met een woning, door de tandartsrekening te betalen, door hem te betalen voor seks.

Distinctiedrift

Op aanraden van Eribon leest Louis La distinction van socioloog Pierre Bourdieu. In dat werk zet Bourdieu uiteen hoe klassen in de samenleving worden gekenmerkt door cultureel kapitaal, zoals kennis, opleiding en in belangrijke mate ook etiquette of taalgebruik. Zonder dat kapitaal word je nooit (echt) geaccepteerd. Veranderen: methode leest als een praktijkvoorbeeld bij deze theorie. Édouard Louis werkt keihard om meer en meer cultureel kapitaal te vergaren om te ontsnappen aan de klasse van zijn ouders. Door de te gaan studeren, door naar andere muziek te gaan luisteren, door boeken te lezen, door bij Elena thuis te leren hoe je aan tafel hoort te zitten:

Ze prevelde: oké, daar gaan we dan; ze legde haar handen op de vork en op het mes, liet me zien hoe ik ze moest vasthouden, wáár op het handvat ik mijn vingers moest plaatsen, en ze prikte met de vork de stukjes brood, die ze vervolgens netjes naar haar mond bracht. Zó moet je ze vasthouden – en niet zo; terwijl ze die zin zei hield ze haar mes en vork op een lompe manier vast om mij na te doen (…)

Het lezen van Veranderen: methode was een wat wonderlijke ervaring. De armoede die Édouard Louis heeft gekend is ongelofelijk. Het verhaal dat hij vertelt raakt, zeker wanneer hij details aanhaalt. Bijvoorbeeld wanneer hij vertelt over een avond waarop hij om de tandartsrekening te betalen zichzelf voor geld aanbiedt, maar te weinig betaald krijgt omdat het hem niet lukt met deze man naar bed te gaan. Bijvoorbeeld ook wanneer hij de verschillen beschrijft tussen hoe het er bij hem thuis aan toeging en bij Elena thuis. Het maakt de noodzaak om die jeugd en het leven dat daarop zou moeten volgen voelbaar.

Klasse

Tegelijk ergert het verhaal van Louis me. Op verschillende momenten tijdens het lezen vroeg ik me af: waarom? Waarom bijvoorbeeld laat hij Elena zo vallen wanneer hij naar Parijs vertrekt. Haar moeder verwijt hem dat hij veel van hen geprofiteerd heeft – en het is lastig om haar ongelijk te geven. De verdediging van Louis is niet onterecht, maar overtuigt ook niet helemaal: ‘Wat wil dat zeggen, profiteren? Had Elena niet ook geprofiteerd van wat haar moeder aan haar heeft doorgegeven? Van haar sociale omgeving?’ Hij vraagt zich af of er mensen zijn die wel mogen profiteren en anderen niet, voor wie profiteren diefstal is.

Het is een interessante vraag die Louis opwerpt. Er is, ook in Nederland, aandacht voor kansenongelijkheid: denk aan Joris Luyendijks zevenvinkers, Sander Schimmelpennicks Sander en de kloof of de serie Klassen van een paar jaar geleden. Maar Louis maakt van Veranderen: methode geen sociologische verhandeling. Enerzijds jammer, anderzijds is de versie van zijn levensverhaal die hij in Ze hebben mijn vader vermoord al een voorbeeld daarvan, waarin hij diverse presidenten ‘aanklaagt’.

Bijvoorbeeld wanneer twee boze vakbondsleden president Macron aanroepen: ‘Ook zij lijken te lijden. Emmanuel Macron antwoordt, met minachting in zijn stem: “Mij maken jullie niet bang met je T-shirt. De beste manier om een net pak te kunnen kopen is werken.’ Hij stuurt mensen die niet de middelen hebben om nette kleding te kopen terug naar een wereld van schaamte, nutteloosheid, luiheid: hij blijkt de – gewelddadige – grens weer in te voeren tussen mensen in een pak en mensen die een T-shirt dragen, de heersende klasse en de overheerste klasse, de mensen met geld en de mensen zonder geld, de mensen die alles hebben en de mensen die niets hebben.’

Instrument

‘Waarom?’, vroeg ik me ook weer af wanneer Louis zich via een vriend inlaat met de aller-, allerrijksten van Parijs. Figuren bij wie  Picasso en Kandinsky aan de muur hangen. Bij wie je met je glas rode wijn moet uitkijken voor de bank – die is namelijk van ijsbeerbont. Louis doet zijn best zich ook de codes van deze kringen eigen te maken. Zijn dit de mensen waar je bij wilt horen, vroeg ik me af. Dit zijn toch bij uitstek de types voor wie politiek een spelletje is dat hen persoonlijk nooit zal raken? Wanneer hij zich in het boek tot Elena richt, of wanneer hij vraagt om hem niet te veroordelen voor zijn keuzes, komt dat een beetje makkelijk over. Het is natuurlijk makkelijk, als lezer vanaf de bank, maar die wereld die Louis beschrijft, komt me zo belachelijk voor, daar moet je niet bij willen horen. Maar waarschijnlijk mis ik met deze eerste reactie Louis’ noodzaak om weg te komen uit de armoede.

Het pleit voor Édouard Louis dat hij het leven in deze kringen afwijst. ‘Het had een aantal maanden geduurd, waarin ik had gedacht dat mijn ik mijn kinderjaren en mijn angsten achter me had gelaten.’ In het laatste deel beschrijft Louis hoe hij begint met schrijven en hoe het hem uiteindelijk lukt om het te publiceren. De roem – en het geld – volgt. Hij kan een eigen appartement kopen en reist de wereld over om zijn boeken te promoten. Zo verliep dus wat Louis zelf zijn ‘odyssee’ noemt. Op deze reis heeft hij van meerdere mensen in zijn leven geprofiteerd. Ik geloof niet dat dat erg is, of verwerpelijk. Maar het verwijt van Elena’s moeder gaat misschien wel over iets anders, namelijk over de aard van de vriendschap. Was het een oprechte vriendschap of slechts een instrument in zijn methode om te veranderen?

Édouard Louis – Veranderen: methode | paperback, 304p. | 2e dr. De Bezige Bij

Édouard Louis – Ze hebben mijn vader vermoord | harde kaft, 96p. | 1e dr. De Bezige Bij

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte