‘Ik ben joods, ik ben homoseksueel, zo lelijk als een paard, en ik ben miljonair.’ Onder deze meervoudige vloek ging Johan Polak (1928 – 1992) een leven lang gebukt. Kernachtiger kun je volgens mij het leven van Polak ook niet samenvatten. In de onlangs verschenen biografie J.B.W.P. Het leven van Johan Polak beschrijft Koen Hilberdink diens gecompliceerde leven, waarin dit zelfbeeld telkens terugkeert. Ook laat deze uitspraak van Polak zijn humor zien – maar het is een vorm van humor waar een enorme tragiek achter schuilgaat.
Het probleem van Johan Polak, vertelde vriend Frits Bolkestein aan de biograaf, is dat hij veel te rijk was. Het geld zal niet het beste in hem naar boven gebracht hebben, maar tegelijk is het ook zijn redding geweest. Het kapitaal kwam via zijn moeders kant, van de succesvolle essencefabriek Polak & Schwartz. Door hun vermogen én hun connecties via het bedrijf heeft de familie de oorlog overleefd. Met zijn moeder ondergedoken kwam de jonge Johan de oorlog door, maar het was een traumatische ervaring die hem zou tekenen.
Al op jonge leeftijd kwam hij al wat ouwelijk over; een rol die hij verder zou cultiveren, net als zijn rol van culturele fijnproever. Via Geert van Oorschot kwam hij in aanraking met het vak van uitgever. Via Van Oorschot kwam hij in aanraking met schrijvers die hij bewonderde en zou gaan verzamelen. Vanwege zijn geld werd Polak door Van Oorschot betrokken bij een uitgave van het werk van de dichter Leopold. Het is tekenend voor de smaak van Johan Polak: zijn liefde voor oude dichters bracht hem naar een tijd, begonnen in het fin de siècle, waarin hij zelf niet misstaan zou hebben.
Uitgever
Een van de grootste verdiensten van Johan Polak is het oprichten, samen met Rob van Gennep, van de uitgeverij die uiteindelijk Athenaeum – Polak & Van Gennep zou worden en nog steeds bestaat. Als uitgever, en later ook als boekhandelaar van Athenaeum op het Spui in Amsterdam, betoonde Polak zich vooral een bibliofiel. Hij gaf uit wat hij zelf graag wilde lezen en uiteraard zagen de uitgaven er prachtig uit. Of de boeken ook verkocht werden, was een tweede. Voor de zakelijke kant van het uitgeven en verkopen had hij aanzienlijk minder interesse. De enige reden dat hij niet failliet ging was doordat hij eindeloos privégeld in zijn ondernemingen stak.
In commercieel opzicht was Johan als uitgever een mislukking, maar de vraag kan gesteld worden of hij ooit een commerciële bedoeling heeft gehad. Het was eigenlijk het systematisch omzetten van een berg geld in een berg boeken, zonder duidelijk beeld van wat er met die boeken moest gebeuren.
Ook was hij geen ontdekker van jong literair talent. Tekenend is zijn uitspraak ‘Wat zo een Matsier, of Kooiman, of Kellendonk maken is toch meestal het aanzien niet waard’. Johan Polak zei dit in 1983 toen de genoemde schrijvers echt al wel meer dan een eventueel onzeker debuut hadden gepubliceerd. Zijn interesse ging nu eenmaal uit naar de oudere generatie en gevierde auteurs. Hij was de uitgever van Svevo, Yourcenar en Canetti (hoewel deze laatste een ontdekking van Rob van Gennep was). Ook zorgde hij goed voor het Nederlands literair erfgoed: de al genoemde Leopold, Boutens, Gorter en Bloem gaf hij uit in een reeks Nederlandse Klassieken. Daarmee legde hij het fundament voor een uitgeverij die tot op heden, met een reeks als Perpetua, gericht is op klassieken.
Mooie façade
Zakelijk en privé liet Johan Polak gemakkelijk door elkaar lopen. Niet alleen stopte hij zijn privévermogen in zijn ondernemingen, ook ging hij zakelijk in zee met mensen om privéredenen. Dat zorgde voor zakelijke problemen wat in 1968 ook leidde tot de scheiding in de uitgeverij met Rob van Gennep. Omgekeerd zat er ook aan de privé-omgang met mannen vaak een zakelijke kant.
Hilberdink schrijft uitgebreid over Polaks homoseksualiteit. Hij kwam er openlijk voor uit en hij zou een voorvechter worden van de homo-emancipatie. Een grote liefde heeft hij echter niet gehad, al was hij van verschillende mannen ondersteboven, niet zelden ook heteroseksuelen. Een aantal van hen ging ook daadwerkelijk in op zijn aanbod van betaling in ruil voor seksuele diensten. Uit de vele voorbeelden die Hilberdink geeft ontstaat een beeld van een man die diep eenzaam geweest moet zijn.
Een eenzaam en tragische man, die zich naar buiten toe evenwel onberispelijk presenteerde. Goed gekleed en voorkomend, maar tegelijk bang om gekwetst te worden – het antisemitisme altijd in herinnering met zich mee dragend. Het maakte dat hij naar buiten toe een rol speelde, zichzelf al kleineerde voor een ander dat kon doen. Hilberdink neemt in zijn biografie een mooi voorbeeld hiervan op, waaruit natuurlijk ook Polaks humor spreekt:
Immers, wat is nu eigenlijk een uitgever?
1. hij schrijft het boek of de bundel verzen niet.
2. hij leest het boek of de verzenbundel niet. Als alles meezit, snuffelt hij er even aan…
3. hij zet en drukt het boek of de bundel niet.
4. doorgaans corrigeert hij de drukproeven ook niet.
5. hij snijdt en bindt de afgedrukte vellen niet.
6. hij verkoopt die boeken, waarvan hij dan tenslotte na een lange lijdensweg is bevallen, niet.
7. hij koopt ze ook niet.
8. en daarna leest hij ze evenmin.
Koen Hilberdink beschrijft het leven van deze complexe persoon mooi. Zijn stijl is prettig en hij trapt niet in de val om volledigheid na te streven. Hij probeert het leven van Polak te duiden, verbanden te zien, zonder al te veel te willen psychologiseren. Boeken moeten voor Polak de dragers zijn geweest van een vervlogen tijd, die teniet is gedaan door de Tweede Wereldoorlog. Als uitgever van mooi verzorgde boeken probeerde hij die tijd voor de eeuwigheid te bewaren.
‘Zijn boekenuitgaven van de groten uit de westerse traditie waren onberispelijk vormgegeven. De tekstverzorging was vaak onnauwkeurig, ondanks zijn kwaliteitsstempel “J.B.W.P.” in de verantwoording of het nawoord. Het had een stempel op zijn leven kunnen zijn. Hij was er uitstekend in geslaagd in zijn leven een mooie façade op te bouwen, maar de binnenkant van zijn bestaan was getormenteerd.’
Koen Hilberdink – J.B.W.P. Het leven van Johan Polak | gebonden met leesint, 313 p. | 1e dr. Van Oorschot
Wat beschrijf jij dit mooi! Mijn complimenten voor je heldere tekst. Biografieën vormen een bijzonder genre, omdat het om echte mensen gaat die een bijzonder leven hebben geleid. Ik ontmoette ooit iemand die alleen nog maar biografieën las… zo ver zal het bij mij niet komen, maar ik lees ze ook graag.
Dank je voor deze mooie woorden. Biografieën zijn inderdaad een mooie genre, maar ze staan of vallen wel met de pen van de biograaf. Ik heb me ook wel eens met gezonde tegenzin door enorme pillen geworsteld. Maar J.B.W.P van Koen Hilberdink is een goede