Nederland leest Erik of het klein insectenboek en het aardige aan deze leesbevorderingsactie is, dat veel mensen in dezelfde periode aangespoord worden om na lezing daarover in gesprek te gaan. Graag dus een boek dat aanleiding geeft tot discussie. Vaak kiest het CPNB voor een boek over een Groot Maatschappelijk Thema. Vorig jaar bijvoorbeeld ging de discussie over goed en kwaad naar aanleiding van Hermans’ De donkere kamer van Damokles.
[Deze bespreking is geschreven voor een recensie-estafette op Recensieweb en aldaar (in licht gewijzigde vorm) te lezen, evenals de andere recensies waaraan ik refereer.]
Zo’n discussie zit er dit jaar niet in met Bomans’ sprookje, denk ik. ‘Wat zou jij doen?’ lijkt me een relevantere vraag in de context van het verzet dan wanneer je moet kiezen tussen linksaf richting de mier of rechtdoor naar de vlinder. Maar wie weet… Het aardige is namelijk dat in gesprek blijkt hoe iedere lezer het boek anders leest.
Belegen sprookje
Hoe je een boek leest, hangt af van wanneer je het boek leest. En of het eerste boek van een auteur is dat je leest of dat je ook ander werk kent: wat zijn je verwachtigen? Zo is het herlezen van je favoriete kinderboek heel wat anders dan als volwassene een (kinder)sprookje te lezen – vergelijk de zeer uiteenlopende waardering van Evi Hoste en Daan Stoffelsen.
Zelf vind ik het geen al te best boek. Wat een belegen sprookje is het toch! Nu is het geen lang verhaal, dat scheelt, maar ik herkende mijn leeservaring toch vrij aardig in het volgende citaat:
En laat ons ook dit erkennen: Eén klomp is heerlijk, en tien klompen zijn ook nog wel te dragen, als men maar dapper dooreet en voortdurend in het oog houdt dat men het thuis niet krijgt. Maar er zijn grenzen. Wie dagenlang niets dan honing eet, begint, hoe vreemd dit ook klinken moge, ten slotte een lichte afkeer te bespeuren.
Jammer alleen, dat zowel de insecten als Erik zo eendimensionaal zijn
In Wollewei ontmoet Erik de ene insectensoort na de andere. Iedere soort heeft voor de mensen herkenbare trekken en hebbelijkheden. Jammer alleen, dat zowel de insecten als Erik zo eendimensionaal zijn, zoals ook Suzanne van der Beek al schreef. En dat terwijl Bomans zich in bijvoorbeeld Wandelingen door Rome en Op reis rond de wereld en op Rottumerplaat een scherp observator van mensen betoont. In die boeken weet Bomans de lezer een spiegel voor te houden, maar dan zonder die karikaturale insecten. En met meer humor, trouwens. Zeker, dit zijn boeken van later datum, maar ik vermoed dat ze een veel langere houdbaarheid hebben dan het sprookje over Erik.
Discussie over het boek
Wellicht is het is voor kinderen minder bezwaarlijk, dat aaneenrijgen van eendere belevenissen. En misschien hebben kinderen alle uitleg nodig. Maar Nederland leest is een actie voor volwassen bibliotheekleden. De vraag is wat zíj van Erik of het klein insectenboek vinden. Nu weet ik niet wat men er in de bibliotheken over zegt, maar als ik kijk naar deze recensie-estafette, dan ontspint zich een mooie discussie. Niet over een maatschappelijk thema, maar wel over literatuur met Bomans als inzet. Wat maakt dat een boek de tand des tijds overleeft? Waarom is het wel of geen klassieker? Vragen als deze maken een boeiende discussie, al geloof ik niet dat verdeeldheid onder lezers een boek tot literatuur maakt. Gelukkig maar, anders is die discussie ook meteen weer afgelopen.
Godfried Bomans – Erik of het klein insectenboek
eBook
2006, De Boekerij