Vier het korte verhaal. Onder dat motto werd vorige week de J.M.A. Biesheuvelprijs uitgereikt als onderdeel van de Week van het Korte Verhaal. Het is een week om het genre korte verhalen wat meer liefde te geven. Ontstaan omdat het aan die liefde ontbrak bij het grote publiek. Ik vind dat een mooi streven, steun die Biesheuvelprijs dan ook van harte (het prijzengeld wordt via crowdfunding verzameld), maar ik vraag me af of het genre wel echt een dienst bewezen werd.
Online staat te lezen: ‘De Week van het Korte Verhaal is ontstaan uit liefde voor het genre dat in de literaire wereld nog steeds gezien wordt als ondergeschoven kindje. Door ten minste één week per jaar het korte verhaal uit te lichten, hopen we een breder publiek kennis te laten maken met de kracht van het korte verhaal, om zo het genre een steviger fundament te geven en het de ereplaats te geven die het verdient in de literatuur.’
Mineurstemming
Vergelijk dat eens met, bijvoorbeeld, De Poëzieweek, een week om een ander ‘moeilijk’ genre wat te populariseren: ‘De Poëzieweek wil een zo groot mogelijk bereik voor poëzie creëren en bundelt tal van activiteiten van organisatoren in Nederland en Vlaanderen.’ Volgt een rits van samenwerkende organisaties, die ik hier even niet citeer, want daar gaat het me niet om. Kijk vooral eens naar de toon: bij de Poëzieweek gewoon heel kort waar het om te doen is. Bij korte verhalen moet weer eens even vermeld worden hoe moeilijk het toch allemaal ligt. Verkoopcijfers ken ik niet, maar ik kan me niet voorstellen dat verhalenbundels nóg minder verkocht worden dan poëzie.Waarom moet het dan toch benoemd worden? Is het niet een performatief mantra aan het worden? Zeg het vaak genoeg en het ís dan ook een moeilijk genre. Dan kun je slingers ophangen, maar wat een mineurstemming heerst er op dit feestje. Ik geef meteen toe, ik heb me er ook schuldig aan gemaakt – in mijn recensie van Merijn de Boers verhalen bijvoorbeeld. Al was het via iemand anders, toch was daarmee ook weer benoemd dat het zo’n lastig genre is. Bij dezen beloof ik: ik houd daar mee op. Ik ga er niet meer over zeuren of het nog maar eens aanhalen.
Hoe funest dat werkt viel me op bij de uitreiking van de Biesheuvelprijs. De jury kiest uit alle verhalenbundels van het jaar de mooiste. Zo simpel is het. Vooraf waren er drie genomineerden: Merijn de Boer met De geur van miljoenen, Gamal Fouad met De voorhuidenverzamelaar en Maria Vlaar met Diepe aarde. Deze laatste bundel won uiteindelijk. Femke Essink sprak namens de jury. Niet geheel verrassend wilde ze even de balans opmaken bij deze vijfde uitreiking van de prijs.
Het viel niet mee
En het viel niet mee, zeg. Tjonge jonge. Want er waren dit jaar weliswaar 29 bundels ingestuurd, meer dan voorgaande jaren, maar als je goed keek, dan voldeden lang niet alle inzendingen aan het reglement. Dus eigenlijk waren het er minder. Nu heb ik deze klacht al eens gehoord bij een eerdere uitreiking van de Biesheuvelprijs, dus hoe de aantallen reglementaire inzendingen zich echt tot elkaar verhouden weten we niet. Trouwens: misschien moet de organisatie dan niet zeggen dat uitgevers twijfelgevallen gewoon moeten opsturen, omdat de jury ze wel terzijde schuift.En dan inhoudelijk. Ook dat viel niet mee. Want niet elke bundel met verhalen is een verhalenbundel, hoor. Sommige bundels verzamelen verhalen die al veel eerder geschreven zijn, misschien ook al elders gepubliceerd. Andere verzamelen verhalen die geschreven zijn om met elkaar in een bundel te komen. En dat is beter. Vindt de jury tenminste. Natuurlijk kan een bundel aanvoelen als een toevallige selectie, maar waarom je niet een weloverwogen keuze kunt maken uit eerder geschreven werk? Als je meer hebt om uit te kiezen, kun je toch ook ineens zien hoe goed verhalen bij elkaar passen? Ik roep maar wat. Je mag hopen dat de jury bundels op het resultaat heeft beoordeeld en niet op de ontstaansgeschiedenis.
Kwam Essink ook nog even te spreken over de kwaliteit. Wederom: het viel niet mee. Het merendeel van de ingezonden bundels was toch niet erg goed. Des te helderder schenen die paar verhalenbundels die wel de moeite waard waren. Ze zei het echt. Met een jury die het genre op deze manier viert heb je denk ik geen haters meer nodig.
Verhalen uit het gekkenhuis
De aanwezigen bij de uitreiking kregen de meest recente bundel van Biesheuvel mee naar huis – waarvoor dank! – Verhalen uit het gekkenhuis. Mooie uitgave van Brooklyn, goed omslag en gezet uit de Bembo. Op die manier maak je mensen volgens mij wel warm voor het korte verhaal. Ik zat afgelopen week veel in de trein en het was me een waar genoegen met deze bundel op zak. Dat het hier een bloemlezing betreft, met verhalen die voor de gelegenheid bij elkaar gezet zijn, is echt geen enkel probleem. En mijn exemplaar is van de vijfde druk. Hoezo verkopen verhalen niet?
J.M.A. Biesheuvel - Verhalen uit het gekkenhuis | paperback, 320p. | 5e dr. Uitgeverij Brooklyn