Een duik in het archief

Over zes jaar stukken schrijven

‘Natuurlijk moet je nooit publiekelijk reageren op een recensie – of wat zich zo durft te noemen – maar soms is de verleiding wel tergend.’ Zes jaar geleden schreef ik mijn eerste recensie en de auteur van het boek kon zich kennelijk toch niet inhouden; hij schreef bovenstaande op Twitter. Ik was niet te spreken over het boek, had het het liefst voortijdig weggelegd en was in mijn bespreking nog mild. Vond ik toen. En nog steeds wel, al snap ik ook wel dat de auteur dit geen recensie vindt. Ik ben erg voor een persoonlijke literatuurbeschouwing, maar formuleerde ik het niet al te particulier?

In ‘Snerpende kritiek’, een nogal venijnig stuk uit Mandarijnen op zwavelzuur, schrijft Willem Frederik Hermans dat hij een boek dat hem niet bevalt als een persoonlijke belediging beschouwt. Hoewel ik die ervaring wel deel – meermaals zou ik boeken halverwege of nog daarvoor in de hoek smijten – is dat wellicht niet het beste uitgangspunt voor een recensie. Misschien ligt daar ook wel het onderscheid met wat ik maar even ‘leeservaring’ noem.

Zes jaar geleden schreef ik mijn eerste recensie en ik ben de afgelopen dagen eens in het archief gedoken. Schrijf ik nu anders? Ja, ik geloof het wel. Beter? Ik hoop het. Ik kwam in eerdere stukken formuleringen tegen die ik nu nooit meer zou gebruiken. Dat de schrijver een interessant spel speelt met fictie en de werkelijkheid. Een vreselijk stupide cliché, vind ik nu. Ik kwam erachter dat ik een een voorliefde heb voor het woord ‘prachtig’ als ik een goed boek had gelezen. En nu ik weer zo veel stukken achter elkaar las, zag ik hoezeer mijn stukken stilletjes op elkaar reageren. Een vorig gelezen boek resoneert na bij het lezen van een nieuw.

Echt goed

Veel stukken zou ik nooit meer schrijven. Ik zou anders formuleren, een andere invalshoek kiezen. Maar slecht vind ik die oudere stukken niet. Ook die eerste recensie niet. Goed, het is wat particulierder opgeschreven dan ik het nu zou doen – en wenselijk acht – maar ik onderbouw wel degelijk waarom ik dat boek niet goed vond. Tja, dat de schrijver het er niet mee eens is, snap ik. Het was een roman met een hoog autobiografisch gehalte, dan is het natuurlijk helemaal vervelend. Maar ik geef toe, een goede recensie schrijven is moeilijk – wat dat betreft lijkt het wel op een roman.

En ook kwam ik stukken tegen die ik echt goed vind; die de moeite van het lezen waard vind. Sommige zijn vrij recent, andere van jaren geleden. Wie benieuwd is: dit zijn ze.

Haast is er nergens

Een recensie waar ik steeds maar mee vastliep, niet kwam tot wat ik echt wilde zeggen over dit boek. Ik gooide alles weg, begon opnieuw en toen had ik het.

‘Haast is er nergens,’ schreef D. Hooijer aan haar uitgever Van Oorschot vorig voorjaar –  haar nu verschenen roman Berichten van een zakenman was nog niet definitief af. Ze kampte weliswaar met haar gezondheid, maar haar overlijden eind september kwam toch onverwacht. Haar roman kwam nog af en is nu verschenen. Met Berichten van een zakenman heeft ze een prachtig, Hooijeriaans verhaal nagelaten. verder lezen

De fictie van een troonopvolger

Een van de redenen om te schrijven is dat het je dwingt tot beter nadenken over een boek. De republiek was zo’n boek dat beter wordt naarmate je er meer over nadenkt. Volgens mij is dat terug te lezen in dit stuk.

‘Ik was geen academicus; mijn talent lag in het omdraaien van alinea’s, het verbeteren van interpunctie.’ Aan het woord is Friso de Vos, hoofdpersoon in Joost de Vries’ nieuwe roman De republiek. Friso is hoofdredacteur van De Slaapwandelaar, tijdschrift voor Hitlerreportages sedert 1991, maar bovenal persoonlijk assistent van Josip Brik, popfilosoof en professor in de Hitlerstudies. Wanneer Brik komt te overlijden, gaat Friso er automatisch van uit dat hij Briks troonopvolger is. Maar van erfopvolging blijkt geen sprake: de buitenwereld verkiest misschien wel ene Philip de Vries. Na de dood van de koning volgt de republiek. verder lezen

La sprezzatura

Niets zo erg als de recensie die het boek gaat navertellen. Dit werd een uitgebreid stuk over een schitterend boek, persoonlijk op een goede manier, zonder dat ik de plot navertel.

Ilja Leonard Pfeijffer stapte in 2009 op de fiets om van Leiden naar Rome te fietsen. Onderweg werd hij verliefd op Genua. Prachtige stad zonder dat het een openluchtmuseum is geworden en daarmee is Genua een uitzondering op andere mooie Italiaanse steden. Het is een stad die geleefd wordt, vertelde Pfeiffer in gesprek met Wim Brands. Hij kwam bijna in de verleiding om het woord authenticiteit te gebruiken – kun je nagaan. Zijn leven in Leiden werd te comfortabel, te makkelijk. Met zijn vriendin besloot hij te emigreren. Genua werd zijn nieuwe woonplaats. Hetzelfde Genua waar Pfeijffers roman La superba zich afspeelt. verder lezen

De romantiek van papier

Heel af en toe schrijf ik niet direct over één boek, maar laat iets me toch niet los. Waar ik over nadenk, valt ineens samen met een gebeurtenis. Aan de laatste alinea is niets verzonnen.

Stel je voor: je bent in Tibet. Het is een mooie dag en op het open dak van je hotel besluit je een boek te lezen – waarom ook niet? Uit je rugzak haal je The stranger van Albert Camus, het boek waar je in bezig was. Je medereizigster, die je pas kort daarvoor ontmoet hebt, pakt ook haar boek tevoorschijn: The stranger van Albert Camus! Stel je deze anekdote nu nog een keer voor, maar in plaats van een boek, heb je je e-reader bij je. Hoeveel van de romantiek gaat er verloren als jij en je medereizigster op een Kindle hadden gelezen? verder lezen

Schreef iedereen maar zo’n debuut als Patricia Jozef met Glorie

Een van de leukste stukken om te schrijven. Als het moet ben ik kritisch, maar veel liever deel ik een oprecht enthousiasme voor hele goede boeken. En als niemand anders het doet, zet ik flink aan. Voor honderd procent gemeend.

Aan het begin van Glorie, het fenomenale debuut van de Vlaamse schrijfster Patricia Jozef, vindt een toevallige ontmoeting plaats. Achteloos staat het er allemaal. Marcel Jacobs ontmoet in een viswinkel een oude bekende.

‘En, what’s up?’ vraagt hij dan […] Mijn zwaardvis wordt ingepakt, ik betaal en zeg: ‘I’m in between jobs.’
‘Super.’
Wat dan weer zo super is aan die ellende, krijg ik niet te horen.

verder lezen

Ongrijpbaar geluk

Grip is een boek waar ik altijd nog een keer iets over moest schrijven. Maar wat? En hoe? Ik herlas het onlangs en wilde iets kleins schrijven. Over alleen die eerste alinea maar. Het liep vreselijk uit de hand…

Hoe lang duurt het om erachter te komen dat een schrijver goed is? Toen ik zes jaar geleden Grip van Stephan Enter voor het eerst las, had ik dat vermoeden na één pagina. Ik herinner me weinig details van het verhaal, maar wel de indruk die het achterliet. Dit was een van de beste boeken die ik had gelezen. Onlangs herlas ik Grip. En ik had niet één pagina nodig om weer vast te stellen dat die Enter zo verrekte goed schrijft, maar slechts één alinea. verder lezen

2 gedachten aan “Een duik in het archief”

  1. Wat leuk om te lezen! Ik heb de laatste tijd ook eens mijn besprekingen teruggelezen en vond enkele echt tenenkrommend. Ik vind het dan wel mooi om te zien hoe iemand kan groeien binnen 6 jaar (ook ik blog inmiddels al 6 jaar). Tenminste dat is dan ook wat ik hoop :-)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte