De andere tragedie van het leven

Over Compassie van Stephan Enter

Stephan Enter - CompassieHoe het begon? Met een foto. Die ogen, die lach, een stralend gezicht op een datingprofiel. Na de eerste date weet Frank het: Jessica is bijzonder. Geen moment heeft hij zich verveeld met haar, ze hadden nog uren door kunnen praten. Werd hij zich bij andere vrouwen al snel zelfbewust, zag hij zichzelf zitten op een date, een rol spelen – deze keer niet. Meer dates volgen. Alsof Frank van een fee een wens mocht doen was het, en hij wenste de liefde van zijn leven te ontmoeten. En toch zit het niet helemaal goed tussen hem en Jessica. Alsof hij vergat erbij te wensen: ‘en te houden’. In het kort is dit wat Frank van Luijn overkomt in Stephan Enters roman Compassie.

Wie Compassie nog niet gelezen heeft, en het vervelend vindt om de hele plot al te kennen, leze beter dit stuk dat ik eerder schreef. Hieronder volgt een nogal uitgebreid stuk over de roman.

Frank, ergens rond de veertig, leeft al jaren van de ene korte relatie naar de andere. Bij de meeste vrouwen die hij ontmoet, op een feestje of via via, raakt hij al snel verveeld. Een vriend doet hem de suggestie om eens via internet te gaan daten. Het lijkt een snoeppot te zijn met al dat aanbod, maar al snel valt het tegen. Ook via de datingsite vindt hij geen leuke vrouwen. Maar juist als hij zijn profiel wil verwijderen, wordt zijn aandacht getrokken door die stralende foto van de half Duitse promovenda Jessica

Zielsverwanten

Na een paar mails heen en weer spreken Frank en zij af. Hij merkt dat ze hem echt wat doet. Mooi beschrijft Stephan Enter de verliefdheid die ontstaat. Het vreselijke en eindeloze wachten op een antwoord wanneer Frank haar een bericht stuurt, hoe ze constant in zijn gedachten is. Als ze elkaar een tijdje zien, geeft hij haar zijn lievelingsboek – Nescio natuurlijk – en zij raad hem de Zweeds-Deense serie The Bridge aan.

Het is laat, over tweeën, en we ruimen nog op. Ik sta in de kamer, haal een doek over de tafel, en zeg in de richting van de keuken dat ik de voorgaande avond naar een afleve­ring heb gekeken van weer een Scandinavische serie die zij heeft genoemd. Vooral vind ik dat het bijzonder is gefilmd – dat intro bijvoorbeeld, met die beelden van wat waarschijn­lijk Malmö bij nacht zou zijn, daar zit zo’n shot in, dat herinnert ze zich vast wel, met een paar hoge schoorstenen waar rook uit komt die door het zielloze schijnsel van de stad wordt beschenen, zo’n sombere nachthemel met de weerkaatsing van kunstlicht boven eenzaam verlichte ramen in lelijke flatgebouwen. Als je dat ziet, dan, dan –
‘Krimp je haast samen van weemoed,’ zegt ze, terwijl ze de kamer binnenkomt.
En dat blaast me omver. […]

Het is dan, wanneer Jessica zijn gevoel exact verwoordt, dat Frank beseft hoe goed ze bij elkaar passen. Ergens in Compassie valt ook de term ‘verwante ziel’. Hij realiseert zich wat hij al die jaren gemist heeft in zijn eerdere relaties.

Flapjes

Het zou een fantastische relatie kunnen zijn met Jessica, als er niet één probleem was: Frank vindt het in bed met Jessica maar niks. Hij vindt haar zelfs ‘onopwindend’. Verliefd worden op een vrouw die niet de mooiste ter wereld is, ok, maar écht verliefd zijn op iemand die je fysiek niet aantrekkelijk vindt? Zo níet aantrekkelijk dat je seks uit de weg gaat? Bij eerdere lezing van Compassie vond ik dit een moeilijk voorstelbare aanname.

Want wat kan er toch zijn dat Frank zo tegenstaat? Het gekke is namelijk dat het pas fout gaat op het moment dat hij haar uitkleedt als ze voor het eerst met elkaar naar bed willen. Wanneer hij haar hemdje uittrekt, dan pas ontgaat hem de lust. Tja, Jessica heeft niet echt mooie borsten, ‘flapjes’ denkt Frank, en – dodelijk commentaar – ‘heel ongelukkig’. En toch zit het hem daar niet in.

Vivaldi

Wanneer Frank en Jessica elkaar nog maar net kennen, het is hun tweede date, stelt Jessica nogal onverwacht voor om te kussen. Het is een tikje ongemakkelijk, maar niet onprettig en het windt Frank op. Hij moet zelfs even zijn been verplaatsen vanwege zijn erectie. Een paar weken later nodigt Jessica Frank thuis uit om te lunchen. Hij gaat er graag op in. Verwachtings­­vol loopt hij van het Javaplein naar haar huis. Vivaldi’s Gloria op maximaal volume, zijn vaste muziek wanneer hij voor het eerst het huis van een geliefde bezoekt. Frank heeft er zin in.

Ik hoef niet ver: daar is het blok waar ze woont. Tweede links, schaduwkant van de straat. Inderdaad met kozijnen in typische geel-groene kleuren.

Als ze na die lunch op haar bed belanden, komt het echter niet tot seks – Enter weet dat moment nog even uit te stellen met het excuus dat er nog een pakje bezorgd wordt. Maar Jessica moet Frank wel wat bekennen. Tijdens hun eerste date – het staat er onnadrukkelijk, je schenkt er als lezer eigenlijk geen aandacht aan – trok ze een opgekropen mouw weer over haar pols. Nu vertelt Jessica waarom. Ze laat Frank haar onderarm zien en vertelt dat ze zich heeft gesneden omdat ze niet goed bij haar gevoel kon. Zich zorgen maken hoeft Frank niet, stelt ze gerust, nu gebruikt ze antidepressiva en heeft ze een goede psycholoog. Frank is er stil van. ‘Buiten op straat klinkt het benauwde geluid van een auto met een slappe V-snaar. De trommelaar is gestopt. Vivaldi trouwens ook.’ Weg is de lust.

Hete pan

De bekentenis laat Frank niet meer los. Deed ze het echt omdat ze niet bij haar gevoel kon? Frank denkt dat het vooral te maken heeft met eenzaamheid – het snijden vooral een poging om aandacht te krijgen. Hij schrikt ervan. Vertelt Jessica te vroeg in hun relatie te veel? Frank krijgt het gevoel ‘dat er een pan met heet water in mijn handen is geduwd: te pijnlijk om vast te houden, maar ik kan hem ook niet laten vallen.’ Wat een prachtig beeld!

Stephan Enter beschrijft Frank hier op het punt waarop ‘daten’ op het punt staat over te gaan in een relatie. Vraagt Frank zich niet af – dit is mijn speculatie – of hij dit wel moet willen zo’n vriendin? Of hij wel kan omgaan met iemand die ‘gecompliceerd’ is, zoals Jessica in haar datingprofiel schreef? Misschien zit het verdwijnen van de lust, het feit dat hij Jessica niet aantrekkelijk vindt, wel in dat idee, meer dan in haar uiterlijk.

Toneelstuk

‘Vind je me wel aantrekkelijk?’ vraagt Jessica aan Frank wanneer hij haar voor het eerst heeft uitgekleed. ‘Ja,’ liegt hij. Jessica stelt de vraag nog twee keer en tot drie keer toe – o, symboliek – zegt Frank dat hij haar aantrekkelijk vindt. En dat terwijl hem bijna ‘Ach god –’ ontvalt wanneer hij haar voor het eerst naakt ziet. Het is hierna niet meer verbazingwekkend dat de seks teleurstellend is, althans voor Frank.

’s Nachts denkt hij weer terug aan de seks. Waarom viel het tegen? Waarom begon Jessica ineens te huilen? Waarschijnlijk, denkt Frank, dacht ze aan alles wat ze met andere jongens heeft meegemaakt. En dan neemt hij een besluit: hij zal Jessica’s eerste vriendje zijn. Een paar maanden, niet te lang, maar in ieder geval zal ze zich er beter door gaan voelen. Want hij is ervan overtuigd dat Jessica nog nooit een vriend heeft gehad, omdat niemand haar aantrekkelijk vindt.

Een andere verklaring voor haar huilen komt niet bij Frank op: dat het komt doordat ze feilloos aanvoelt wat Frank denkt – mij lijkt dat niet onaannemelijk. Alsof zijn blik niet iets zou verraden. Alsof zijn toneelstukje (‘Ik breng zelfs nog een uitgeput “pfoeh!” uit, om maar vooral te laten merken dat ik het echt subliem vind om seks met haar te hebben.’) niet uiterst doorzichtig is.

Twijfel

Een relatie beginnen om háár, Jessica, zich beter te laten voelen, een relatie beginnen uit compassie – het is nogal wat. Frank wil het maar een paar maanden laten duren, tot na Jessica’s promotie. Hij probeert seks tot een minimum te beperken, maar verder gaat hij volledig op in de relatie. Samen sushi maken, naar muziek­avondjes waar het amateurisme vanaf druipt – vroeger zou hij het vreselijk hebben gevonden, maar met Jessica wordt het zowaar een van de leukste avonden van zijn leven.

Dit maakt Compassie misschien wel zo goed. Je kúnt het lezen als een verhaal van een wat zelfingenomen type dat uiteindelijk zelf het deksel op de neus krijgt. Maar er gebeurt veel meer dan slechts dat in de roman. Aanvankelijk wilde Frank Jessica niet te veel toelaten. Het zou toch al niet gemakkelijk zijn om het na een paar maanden weer uit te maken – dat hoeft niet onnodig moeilijker gemaakt te worden. Maar naarmate hun relatie langer duurt, blijkt dat voornemen moeilijk houdbaar. Beetje bij beetje wil hij haar toelaten, al is ook meteen duidelijk dat hij dat erg moeilijk vindt, misschien daar ook niet echt toe in staat is.

En ook ontdekt Frank wat hij al die jaren en in al zijn vorige korte relaties gemist heeft. Het brengt het zelfs aan het twijfelen over zijn plan: moet hij het echt uitmaken met Jessica vanwege de seks? Is de verwant­schap die hij met haar voelt niet veel belangrijker? En misschien doet hij niet het juiste, maar hij doet wel degelijk oprechte pogingen de relatie wél te laten werken.

Vreemd geluk

Het grote probleem met zijn pogingen is dat hij haar er niet bij betrekt. Nu ik Compassie weer herlas viel me op hoe vaak Frank aannames over Jessica doet, die helemaal niet hoeven te kloppen. Franks misvattingen en onvermogen Jessica werkelijk emotioneel toe te laten zijn niet alleen tragisch voor hemzelf. Het is tegelijk een mooie demonstratie van hoe ingewikkeld menselijke relaties kunnen zijn. Hoe lastig het is je eigen verlangen te kennen. En botsende verlangens met elkaar in overeenstemming te brengen.

Met Jessica kwam een nog vreemd geluk waarop hij een leven lang gewacht had. Maar het pijnlijke is dat Frank het niet kan behouden. Volgens Oscar Wilde zijn er slechts twee tragedies in het leven. De ene is: niet krijgen wat men wil. De andere is het wel krijgen. Enters roman Grip is het verhaal van die eerste tragedie. Compassie een prachtige, schrijnende versie van de andere.

Stephan Enter - Compassie | harde kaft, 160 p. | 1e dr. Van Oorschot

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte