Opgroeien en vallen

Nescio Verzameld Proza‘Jongens waren we—maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf.’ Prachtige eerste zin, niet voor niets zo bekend geworden. ‘We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we, behalve Bavink, die mal geworden is. Wat hebben we al niet willen opknappen. We zouden hun wel eens laten zien hoe ’t moest. We, dat waren wij, met z’n vijven. Alle andere menschen waren “ze”. “Ze” die niets snapten en niets zagen.’ Ooit waren de Titaantjes jongens van negentien, twintig jaar – nu zijn ze volwassen geworden.

De vraag wat volwassen worden nu precies betekent, probeert de Amerikaanse filosofe Susan Neiman te beantwoorden in haar lezing naar aanleiding van de Spinozalens 2014 die aan haar werd toegekend. ‘Volwassen zijn wordt in brede kringen beschouwd als een zaak van het afzien van je hoop en je dromen, van het aanvaarden van de grenzen van de werkelijkheid die aan je zijn gegeven, en je neerleggen bij een leven dat minder avontuurlijk, de moeite waard en belangrijk zal zijn dan je veronderstelde toen je eraan begon,’ schrijft ze. Maar met deze beschrijving is Neiman niet tevreden. Ze zal Nescio niet kennen, maar zijn werk is de literaire variant van hoe zij opgroeien beschrijft.

Opgroeien

Met Immanuel Kants Kritiek van de zuivere rede gaat Neiman op zoek naar een alternatieve zienswijze op volwassen worden. Volgens Kant ziet het kleine kind alles wat het krijgt als absolute waarheid. ‘Welk perspectief zou hen in staat stellen dat in twijfel te trekken?’

nesciotekstDe volgende stap op weg naar volwassenheid is scepsis. De adolescentie – een woord dat in de tijd van Kant nog niet bestond overigens – wordt gekenmerkt door ‘de bijzondere mengeling van teleurstelling en blijdschap die gepaard gaat met de ontdekking van de tiener dat de wereld niet zo is als ze zou moeten zijn. Zelfs op hun allerbest – wat ze zelden zijn – hebben ouders en docenten tekortkomingen. Ze weten minder dan we dachten en ze kunnen minder oplossingen bieden dan we hoopten.’

Hierboven citeerde ik Nescio al – een duidelijke echo van wat Kant hier schrijft. Maar adolescentie is nog geen volwassenheid, al is de adolescent zeker een stap dichterbij gekomen. Het is de kunst om een weg te vinden tussen het ‘onbedachtzaam aanvaarden van alles wat je is verteld en het onbedachtzaam afwijzen daarvan. Volwassen worden is een zaak van het erkennen van de onzekerheden die zich door onze levens heen weven; of erger nog, van het leven zonder zekerheid, terwijl we erkennen dat we daar onvermijdelijk naar zullen blijven zoeken,’ schrijft Neiman.

Nescio

En die kloof tussen je verlangen en de onmogelijkheid om je verlangen te realiseren beschrijft niemand mooier dan Nescio

Niet voor niets werd bij het thema van de Boekenweek 2010 ‘Opgroeien in de literatuur’ verwezen naar Nescio. Wat Neiman beschrijft, is voor de lezer van Nescio erg herkenbaar. Een van de redenen ook waarom Titaantjes zo’n mooi verhaal is: het is een terugblik op de jonge jaren en kijk eens hoe het de vijf vrienden vergaan is. Ze zijn opgeslokt door het leven, maar ieder op een andere manier. Hoe die Hoyer toch is veranderd!

Alleen Hoyer weet waar de boel op uitloopt. Hij heeft wat geërfd en zit flink in de duiten. Hij is lid van de S. D. A. P. en leest ‘Het Volk’.
’s Avonds zit-i op ’t Leesmuseum en leest ’t Berliner Tageblatt. Schilderen doet-i niet meer. Hij weet ook waarom hij niet meer schildert: wij zijn in een tijd van verval. Een nieuwe kunst is in opkomst. Daar wacht-i zeker op. Hij brengt ondertusschen Kunst aan het Volk, hoe, dat weet ik niet. Een metselaar heeft hem eens gevraagd, ‘wat-i voor die smoessies kocht.’ Ook daarvoor had Hoyer een verklaring ‘Wij sociaal democraten weten maar al te goed—’
Hij zegt een boel dingen, die erg waar zijn en als je denkt, ‘nou wordt ’t interessant’, dan gaat-i niet verder. Op een middag in ‘Polen’, sprak-i heel veel over ‘proletarisch sentiment’ en ‘burgerlijke ideologieën.’ Ik luisterde maar naar ’m. Eén keer heb ik tegen ’m gezegd: ‘’t Is toch mooi dat je alles zoo zeker weten kunt.’

Maar hoe anders is het Bavink gegaan. Zo veel idealen, mal is hij er van geworden. Hij liep tegen zijn onvermogen op om te kunnen realiseren wat hij wilde. En die kloof tussen je verlangen en de onmogelijkheid om je verlangen te realiseren beschrijft niemand mooier dan Nescio. Hij weet het te beschrijven op een paar vierkante meter Amsterdam. In Dichtertje bijvoorbeeld:

Een groot dichter zijn en dan te vallen. Maar er kwam nooit wat van, want als je een dichtertje bent, dan loopen de mooiste meisjes altijd aan den overkant van de gracht.

Vallen

Natuurlijk ken ik het verhaal Dichtertje ook al jaren, alleen vond ik dat bij eerdere lezing er nooit zo bij passen – Nescio was toch vooral verhalen over Koekebakker, Bavink en de andere vrienden, de figuren uit De Uitvreter en Titaantjes. Dichtertje is in vergelijking daarmee inderdaad een heel ander soort verhaal: het dichtertje, Ee, in het begin wandelend met de duivel over het Damrak. Centraal staat niet de vriendschap maar de liefde, grotendeels afwezig in de eerdere verhalen. En de God van Nederland maar met zijn eerbiedwaardige hoofd schudden… Maar bij herlezing valt me nu op hoezeer de verhalen juist bij elkaar passen.

Titaantjes in het Oosterpark
Titaantjes in het Oosterpark | beeld van Hans Bayens

De titaantjes stapelden rotsblokjes op om God van zijn verhevenheid te stoten, maar zijn troon bleef ongeschokt. Ze hebben de wereld niet naar hun zin kunnen inrichten, maar misschien is er toch íets ten goede veranderd. Susan Neiman schrijft het zo: ‘Doen wat je kunt om jouw deel van de wereld meer te laten lijken op hoe het zou moeten zijn, zonder ooit uit het oog te verliezen hoe het in werkelijkheid is, is wat volwassen worden betekent.’

Maar zoals hierboven al aangehaald is volwassen zijn niet hetzelfde als afstand doen van al je hoop en je dromen. Dat doet het dichtertje dan ook niet. Dat verhaal is dan ook een mooi vervolg op de eerdere in zekere zin: in tegenstelling tot de titaantjes lukt het Ee wel om zijn grote verlangen werkelijkheid te laten worden: ‘de wereld ééns te verbazen en ééns een liaisonnetje te hebben met een dichteres.’ En natuurlijk: dan te vallen.

Nescio - Verzameld proza | paperback met flappen, 895p. | 3e dr. Nijgh & Van Ditmar | Van Oorschot

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte