Het boek als landschap

Over De duimsprong van Miek Zwamborn

Miek Zwamborn - De duimsprongSchrijfster, beeldend kunstenares en vertaalster Miek Zwamborn was tot maart ‘schrijver-in-residentie’ bij het Gemeente Museum in Den Haag. Zes maanden lang mocht zij door de collectie van het museum struinen. ‘Vanuit haar fascinatie voor oerlandschappen en bijzondere weersomstandigheden ging zij in het museum op zoek naar “opgesloten natuur”. De kunstwerken die zij verzamelde, inspireerden haar tot prachtige gedichten. Het resultaat is te zien in de tentoonstelling “Getemde Hemel”,’ lees ik op de website. Toevalligheid wil dat ik net Zwamborns derde roman De duimsprong heb gelezen. Ook in deze roman staat het landschap centraal.

De duimsprong laat zich als boek moeilijk indelen: het is veel dingen tegelijk, waarbij het berglandschap het verbindende element is. ‘Drie jaar geleden reisde ik per trein naar de Glarner Alpen. Het was een reis van ruim anderhalve dag die ik voor een groot deel slapend maakte. Ik was op weg naar de Tödi, een zadelberg die te midden van een van de meest onontsloten gebieden van Zwitserland lag.’ Zo begint het verhaal waarin een jonge vrouw (aldus de achterflap) samen met klimmersvriend Jens deze berg wil beklimmen.

De duimsprong is een methode om afstanden te schatten. Je moet dan inschatten met welke afstand iets verspringt als je ernaar kijkt langs je omhooggestoken duim, eerst met je ene oog, dan met het andere. Door de verhouding tussen je ogen en de lengte van je arm, is de afstand tussen jou en hetgeen waarnaar je kijkt tien maal de afstand van deze ‘duimsprong’. Het lijkt mij een uiterst riskante manier om afstanden te bepalen, want iedere misrekening werkt tien maal door in de afstand die jij denkt ergens vandaan te zijn.

We keken naar de overkant van het dal. Het zadel van de Tödi was niet langer zichtbaar. Met de duimsprong probeerden we de afstand tussen de toppen in te schatten. Jens richtte zijn omhooggestoken duim op en kneep zijn rechteroog toe en daarna zijn linker. Honderdtachtig meter, beweerde hij. Ik keek op de kaart en mat het na.
‘Vijftig ernaast.’
‘Hoe kan dat nou?’ vroeg Jens.
‘Vijftig is toch niet zo veel op een afstand van driehonderd,’ riep ik, wetende dat zo’n grote misrekening ons onder andere omstandigheden fataal zou kunnen worden.

De tocht van deze twee verloopt niet vlekkeloos, maar beiden keren heelhuids terug en nemen afscheid – tot een volgende klim. Maar wanneer Jens later ineens verdwenen blijkt te zijn, begrijp je dat deze tocht een voorbode was. Was het die misrekening? Jens’ slechte conditie? Ook de jonge vrouw wordt niet meer losgelaten door de vraag wat er met Jens gebeurd is. Alsof het landschap nog iets kan vertellen, reist ze naar de plekken waar Jens geweest is. Het begint als een zoektocht, maar wordt gaandeweg een lange tocht van afscheid nemen.

Geologie

‘De duimsprong is een stenig boek waarin ik wilde dat het boek ook weer een landschap werd, dus ik heb de geologie toegepast op de taal,’ legt Miek Zwamborn uit over haar boek. Ze schuift steeds weer een andere verhaallijn over die van de zoektocht naar Jens, zodat deze op een gegeven moment inderdaad helemaal bedolven raakt door de andere. Zo leidt het nagaan van Jens’ gangen in Engeland tot een nieuw verhaallijntje over een klif die ooit is afgebroken en in zee gezakt en lezen we bijvoorbeeld ook over de bezoeken van de hoofdpersoon aan natuurhistorische musea.

Albert Heim
Albert Heim

Ik denk dat het niet lang daarna was dat het me begon op te vallen dat, in welk natuurhistorisch museum ik ook kwam, er steeds eenzelfde figuur tussen de vitrines opdook. […] De man droeg een fijnmazige panamahoed met een zwart lint op het snijpunt van de bol en de rand. Onder deze hoed ging een gezicht schuil met een lange witte baard die de kraag van het witte hemd aan het gezicht onttrok.

Tijdens haar zoektocht naar Jens raakt de jonge vrouw meer en meer gefascineerd door Albert Heim, een Zwitserse geoloog die de Zwitserse Alpen in kaart heeft gebracht. Het onderzoek naar Heim, langs de bergen waar hij is geweest, archieven en musea neemt de overhand en langzaamaan leest De duimsprong als een beknopte biografie van de geoloog.

Beeldende kunst

Het is goed merkbaar dat Zwamborn niet alleen schrijfster is maar ook beeldend kunstenares. In De duimsprong zijn talloze afbeeldingen opgenomen: foto’s van Heim, schetsen, verschillende archiefstukken en vooral ook foto’s van berglandschappen (naar ik vermoed door Zwamborn zelf gemaakt op haar eigen bergtochten in Zwitserland). En ook het omslag is erg mooi, wat het geheel tot een prachtig uitgegeven boek maakt.

Zodoende kon ik een licht gevoel van teleurstelling na het lezen van De duimsprong niet onderdrukken

Zo beginnen feiten (de archiefstukken) en fictie (het verhaal) door elkaar te lopen. Maar dat is niet de enige manier: hoe getrouw is de biografie van Heim die Zwamborn ons presenteert? Ze voert hem sprekend op: hoe kan ze weten wat Heim honderd jaar geleden gezegd heeft? En Heim is niet de enige: ook bij andere historische personen in dit boek kun je je afvragen in hoeverre Zwamborn haar verbeelding heeft gebruikt.

Maar anders dan sommige anderen heb ik niet de neiging om dat uitgebreid te gaan naspeuren. Het is namelijk ook een beetje een saai boek. De fascinatie voor Heim, die toch een flink deel van het boek uitmaakt, deel ik bijvoorbeeld niet met Zwamborn. Het verhaal over de zoektocht naar Jens vond ik het best. Niet alleen is het zo aanstekelijk dat je ook zin krijgt in mooie bergwandelingen, ook schuilt er een belofte in van een goed verhaal. Ik vond het dan ook erg jammer dat deze verhaallijn over Jens zo bedolven wordt onder de andere. Zodoende kon ik een licht gevoel van teleurstelling na het lezen van De duimsprong niet onderdrukken.

Maar goed, het blijft een sympathiek boek: het ziet er prachtig uit en het idee erachter klinkt ook spannend: het boek als landschap. Ik betwijfel alleen of een boek, literatuur, de meest geschikte vorm is om er een landschap mee te verbeelden. Misschien dat ik de tentoonstelling leuker vind.

Miek Zwamborn – De duimsprong
paperback met flappen, 255 p.
1e dr. Van Oorschot

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte